onhebbelijk

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From on- (un-) +‎ hebben (to have) +‎ lijk (-ly).

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Adjective

[edit]

onhebbelijk (comparative onhebbelijker, superlative onhebbelijkst)

  1. rude, showing bad manners

Declension

[edit]
Declension of onhebbelijk
uninflected onhebbelijk
inflected onhebbelijke
comparative onhebbelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial onhebbelijk onhebbelijker het onhebbelijkst
het onhebbelijkste
indefinite m./f. sing. onhebbelijke onhebbelijkere onhebbelijkste
n. sing. onhebbelijk onhebbelijker onhebbelijkste
plural onhebbelijke onhebbelijkere onhebbelijkste
definite onhebbelijke onhebbelijkere onhebbelijkste
partitive onhebbelijks onhebbelijkers

Descendants

[edit]
  • Petjo: onhèbl'k, onhebbelijk