inlooppijn
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From inlopen (“to run in; to start”) + pijn (“pain”).
Noun
[edit]inlooppijn f (plural inlooppijnen, diminutive inlooppijntje n)
From inlopen (“to run in; to start”) + pijn (“pain”).
inlooppijn f (plural inlooppijnen, diminutive inlooppijntje n)