gecompliceerd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

Past participle of compliceren (to complicate), either from complicatie (complication) or modeled on French compliquer (to complicate), anyhow ultimately from Latin complicare (to complicate).

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Adjective

[edit]

gecompliceerd (comparative gecompliceerder, superlative gecompliceerdst)

  1. complicated, complex or convoluted

Declension

[edit]
Declension of gecompliceerd
uninflected gecompliceerd
inflected gecompliceerde
comparative gecompliceerder
positive comparative superlative
predicative/adverbial gecompliceerd gecompliceerder het gecompliceerdst
het gecompliceerdste
indefinite m./f. sing. gecompliceerde gecompliceerdere gecompliceerdste
n. sing. gecompliceerd gecompliceerder gecompliceerdste
plural gecompliceerde gecompliceerdere gecompliceerdste
definite gecompliceerde gecompliceerdere gecompliceerdste
partitive gecompliceerds gecompliceerders

Synonyms

[edit]
[edit]

Participle

[edit]

gecompliceerd

  1. past participle of compliceren

Declension

[edit]
Declension of gecompliceerd
uninflected gecompliceerd
inflected gecompliceerde
positive
predicative/adverbial gecompliceerd
indefinite m./f. sing. gecompliceerde
n. sing. gecompliceerd
plural gecompliceerde
definite gecompliceerde
partitive gecompliceerds