voornaam

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology 1

[edit]

From voor +‎ naam.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈvoːrˌnaːm/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: voor‧naam

Noun

[edit]

voornaam m (plural voornamen, diminutive voornaampje n)

  1. first name
    Synonyms: persoonsnaam, roepnaam
    Coordinate term: achternaam
    Die voornaam klinkt zeer voornaam.That first name has an elite ring to it.
Descendants
[edit]
  • Afrikaans: voornaam
  • Negerhollands: voornaam
See also
[edit]

Etymology 2

[edit]

From Middle Dutch voorneem, voornaem, from Middle High German vornēme.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /voːrˈnaːm/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: voor‧naam

Adjective

[edit]

voornaam (comparative voornamer, superlative voornaamst)

  1. important, distinguished
    Die voornaam klinkt zeer voornaam.That first name has an elite ring to it.
Declension
[edit]
Declension of voornaam
uninflected voornaam
inflected voorname
comparative voornamer
positive comparative superlative
predicative/adverbial voornaam voornamer het voornaamst
het voornaamste
indefinite m./f. sing. voorname voornamere voornaamste
n. sing. voornaam voornamer voornaamste
plural voorname voornamere voornaamste
definite voorname voornamere voornaamste
partitive voornaams voornamers
Synonyms
[edit]
Derived terms
[edit]
Descendants
[edit]