rijzweep
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Compound of rijden (“to ride”) + zweep (“whip”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]rijzweep f (plural rijzwepen, diminutive rijzweepje n)
Compound of rijden (“to ride”) + zweep (“whip”).
rijzweep f (plural rijzwepen, diminutive rijzweepje n)