Naar inhoud springen

Transformatorhuisje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een transformatorhuisje, in Vlaanderen doorgaans elektriciteitscabine of distributiecabine genoemd, is een gebouwtje dat een of meer transformatoren herbergt om hoogspanning om te zetten naar laagspanning voor levering aan huishoudens en bedrijven.

Een vroege vorm van het transformatorhuisje is de transformatorzuil: een ronde zuil die verhuurd wordt als aanplakzuil. Ter wille van de veiligheid en werkomstandigheden is overgegaan op een stevig bakstenen gebouwtje zonder ramen en met een zware stalen toegangsdeur. Veel bedrijven gebruikten hun eigen standaardontwerpen, die veelal gemaakt waren door bekende architecten. De gebouwtjes weerspiegelen vaak de bouwstijl van de tijd waarin ze ontstonden. Tegenwoordig wordt vaak gebruikgemaakt van geprefabriceerd betonnen omkastingen waardoor de afmeting van het bouwsel drastisch afneemt, er geen bouwvergunning meer nodig is en deze voorzieningen op grotere schaal in een fabriek kunnen worden vervaardigd. In de loop der tijd zijn de transformatorhuisjes compacter en meer standaard geworden.

In een Nederlands transformatorhuisje wordt hoogspanning van 10 of 6 kV omgezet naar laagspanning. Dat kan zijn industriespanning (700 V) of lichtnetspanning (400/230 V, voorheen 380/220 V en 220/127 V). Deze laagspanning wordt vervolgens naar de afnemers geleid.

In de jaren 60 werd al gebruikgemaakt van geprefabriceerde delen om de netuitbreiding als gevolg van de wederopbouw bij te kunnen houden. In de jaren 70 werd de hoogte van transformatorhuisjes beperkt onder de toenemende aandacht voor visuele vervuiling.[1] Om te voorkomen dat de oudere karakteristieke gebouwtjes uit het stads- of dorpsbeeld verdwijnen, is een aantal ervan tot rijksmonument of gemeentelijk monument verklaard. De overige transformatorhuisjes zijn soms toch ook zeer de moeite waard, daarom in de lijst opgenomen als aparte categorie.