Naar inhoud springen

Kabinet-De Kempenaer-Donker Curtius

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kabinet-De Kempenaer-Donker Curtius
Kabinet in Nederland Vlag van Nederland
Politieke kleur Gematigd liberaal
Start 21 november 1848
Demissionair 26 september 1849
Eind 1 november 1849
Voorganger Schimmelpenninck
Opvolger Thorbecke I
Lijst van Nederlandse kabinetten
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Het kabinet-De Kempenaer-Donker Curtius was een Nederlands gematigd liberaal kabinet dat regeerde van 21 november 1848 tot 1 november 1849. Een nieuwe formatie heeft niet plaatsgevonden; er zijn slechts enkele wijzigingen ten opzichte van het vorige (tijdelijke) kabinet. De grote man van 1848, Johan Rudolph Thorbecke, ontbrak. Daarom werd het kabinet door de Thorbeckianen in de Tweede Kamer fel bestreden.

Erg succesvol was het kabinet niet. Veel kritiek was er op de wetsvoorstellen van minister De Kempenaer, zoals zijn ontwerp-Kieswet en ontwerp-Gemeentewet. Geen van deze voorstellen werd aangenomen. Na diverse nederlagen en het aftreden van enkele ministers, stapte het kabinet uiteindelijk in september 1849 op.

Belangrijkste ministers in dit kabinet waren Donker Curtius, De Kempenaer en Van Bosse. Donker Curtius nam in juni 1849 ontslag na een nederlaag. Tot het kabinet behoorden ook conservatievere ministers, zoals de katholiek Lightenvelt.

Het voorzitterschap van de Raad van Ministers verliep per roulatie. In november 1848 was dit Van Bosse, in december Van Heemstra.[1] Vanaf 1849 rouleerde het voorzitterschap per drie maanden.[2]

Bijzonderheden

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 13 februari 1849 komt voor het eerst de direct gekozen Tweede Kamer bijeen. De Thorbeckianen zijn daarin de grootste groep, maar hebben geen meerderheid. De meeste leden zijn gematigd liberaal. In de Kamer zitten verder enkele ultra-conservatieven uit het oude bewind (bijvoorbeeld oud-minister Van Randwijck) en enkele antirevolutionairen, onder leiding van Groen van Prinsterer. De katholieken zijn in meerderheid liberaal.

Op 17 maart 1849 overlijdt koning Willem II. Na enige aarzeling was zijn zoon Willem bereid het koningschap over te nemen. Hij was als kroonprins tegenstander van de Grondwetsherziening van 1848 en verblijft op het moment van het overlijden van zijn vader in Engeland. Een delegatie uit de ministerraad gaat hem daar ophalen. Op 12 mei wordt Willem als koning Willem de derde in Amsterdam ingehuldigd.

Het kabinet lijdt diverse nederlagen. De Tweede Kamer verwerpt het door Donker Curtius verdedigde wetsvoorstel inzake het recht van vereniging en vergadering. Ook zijn wetsvoorstel over de ministeriële verantwoordelijkheid sneuvelt in de Kamer.

Minister van Buitenlandse Zaken Mr. L.A. Lightenvelt cons. kath
Minister van Justitie Mr. D. Donker Curtius liberaal tot 4 juni 1849
Jhr. Mr. H.L. Wichers liberaal 4 juni 1849 - 25 augustus 1849
Mr. L.A. Lightenvelt cons. kath a.i. vanaf 25 augustus 1849
Minister van Binnenlandse Zaken Mr. J.M. de Kempenaer cons. lib.
Minister van Financiën Mr. P.Ph. van Bosse liberaal
Minister van Oorlog J.H. Voet geen pol. stroming
Minister van Marine J.C. Rijk conservatief tot 15 september 1849
E.B. van den Bosch geen pol. stroming vanaf 15 september 1849
Minister van Koloniën G.L. Baud cons. lib. tot 18 juni 1849
E.B. van den Bosch geen pol. stroming vanaf 18 juni 1849
Minister van Zaken der rooms-katholieke Eredienst Mr. L.A. Lightenvelt cons. kath a.i. tot 24 november 1848
Mr. J.A. Mutsaers vanaf 24 november 1848
Minister van Zaken van de Hervormde en andere Erediensten, behalve die der r.k. Mr. S. baron van Heemstra liberaal a.i.

Bronnen en voetnoten

[bewerken | brontekst bewerken]
  1. Dit volgens de notulen van de Raad van Ministers - het voorzitterschap werd in de eerste vergadering van de maand overgedragen.
  2. Meulen, Dik van der (2013) Koning Willem III 1817-1890, p. 241 (e-boek)