jenever
- je·ne·ver
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jenever | jenevers |
verkleinwoord | jenevertje | jenevertjes |
de jenever m
- jeneverbes, jeneverboom, jeneverfles, jeneverglas, jeneverhout, jeneverkruis, jenevermoed, jeneverneus, jeneverolie, jeneverstokerij, jeneverstruik
1. gedestilleerde alcoholische drank vervaardigd op basis van graan (mout)
- Het woord jenever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jenever" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "jenever" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ jenever op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be