• je·ne·ver
  • In de betekenis van ‘alcoholische drank’ voor het eerst aangetroffen in 1606 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord jenever jenevers
verkleinwoord jenevertje jenevertjes

de jeneverm

  1. (drinken) gedestilleerde alcoholische drank vervaardigd op basis van graan (mout)
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]