Hemelboom
Hemelboom | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Ailanthus altissima (Mill.) Swingle (1916) | |||||||||||||||||||
Vruchten en bladeren | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Hemelboom op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De hemelboom (Ailanthus altissima) is een snelgroeiende zachthouten boom uit de hemelboomfamilie (Simaroubaceae). De stam is meestal zeer recht en kan een hoogte bereiken van ongeveer 25 meter.
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Kroon
[bewerken | brontekst bewerken]De kroon is een hoge, losse, onregelmatige koepel met stevige, bochtige, opwaarts groeiende takken aan een rechte stam. De boomschors is glad, grijsbruin tot zwart en heeft witte verticale strepen. Bij het ouder worden, krijgt de schors een meer donkergrijze kleur en wordt deze ruwer.
Twijgen en bladeren
[bewerken | brontekst bewerken]De boom heeft stevige twijgen met een oranjebruine kleur. Daaraan zitten kleine, eivormige knoppen. Met het volwassen worden, veranderen de knoppen van roodbruin tot scharlakenrood. De hemelboom heeft samengestelde bladeren van 30–60 cm lang. Er zijn vijf tot tweeëntwintig paar deelblaadjes. Elk deelblaadje is smal, eirond en toegespitst. De lengte is 7–15 cm en er zijn een tot drie grote tandringen aan de voet van het blad. Daar zitten ook 2 tot 4 grote klieren die een geur verspreiden. Mannelijke bomen worden weinig aangeplant omdat bij deze, in tegenstelling tot bij de vrouwelijke, de geur onaangenaam is. De bladsteel is rood en heeft een lengte van 7–15 cm. Als de bladeren verschijnen, zijn ze dieprood van kleur; later worden ze groen van boven en bleek aan de onderzijde.
Bloemen
[bewerken | brontekst bewerken]De boom heeft kleine, groenachtige bloemen die in grote pluimen hangen. Mannelijke en vrouwelijke bloemen bevinden zich vaak op verschillende bomen.
Vruchten
[bewerken | brontekst bewerken]De vruchten van de hemelboom bestaan uit gedraaide vleugels met een zaad in het centrum. De vruchten zijn circa 4 cm lang. De vleugels hangen in een grote tros van 30 × 30 cm en rijpen van geelgroen tot helder oranjerood.
Verspreidingsgebied
[bewerken | brontekst bewerken]De hemelboom komt van oorsprong uit noordelijk en centraal China, Taiwan en het Koreaans Schiereiland. De soort werd veel aangeplant in parken en tuinen en langs straten voor schaduw en om de sierwaarde. Als exoot kwam de hemelboom aanvankelijk vooral voor in Zuid- en Midden-Europa. De soort is in Nederland sinds 1975 flink in opmars door verwildering. Het is daar een zogenaamde wachtkamersoort. In Vlaanderen is ze vrij zeldzaam aanwezig in stedelijke gebieden en in de duinen.
Invasieve uitheemse soort
[bewerken | brontekst bewerken]De hemelboom wordt in de Europese Unie beschouwd als een invasieve uitheemse plantensoort wegens grote concurrentie met inheemse soorten, snelle groei en verspreiding en omdat deze soort allelopatische stoffen afscheidt die het gedrag, gezondheid, groei en fysiologie van andere planten en van insecten kunnen beïnvloeden. Daarnaast kan deze soort straatverharding opdrukken en beschadigen.[1]
Sinds 2019 staat de hemelboom op de Unielijst voor invasieve uitheemse soorten. Handel erin is verboden en men dient te voorkomen dat al aanwezige bomen zich vermeerderen.[2][3]
Taxonomie
[bewerken | brontekst bewerken]Ailanthus vilmoriana (of A. vilmoriniana) wordt soms beschouwd als synoniem, soms als aparte soort. Bijv.:
- Boom onderscheidt twee aparte soorten, waarbij A. vilmoriana (eenmaal gespeld als "vilmoriniana") behaarde, soms fijn gestekelde twijgen heeft (soms ook fijn gestekelde bladspillen), en grotere bladen met wat minder, maar wel wat grotere blaadjes en de bladeren aan de bovenzijde aanvankelijk behaard en aan de onderzijde lichtbehaard zijn; de vrucht is iets langer.[4]
- Ook Mitchell noemt Ailanthus vilmoriana ("Downy Tree of Heaven" = dons(acht)ige hemelboom") als een aparte soort.[5]
- Goudzwaard verwijst voor A. vilmoriniana naar A. altissima. Hij zegt dat A. vilmoriniana een synoniem is, die beschreven is als een stekelig behaarde soort of variëteit. Maar, zegt hij, "dit kenmerk komt ook voor bij sommige A. altissima."[6]
- Volgens The Plant List is A. vilmoriniana een synoniem voor A. altissima.[7]
- Trees and Shrubs Online (de website van de International Dendrology Society) heeft een aparte pagina voor A. vilmoriniana.[8]
-
Stam
-
Bloeiwijze
-
Vleugels
-
Vruchten
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]Externe links
- Hemelboom (Ailanthus altissima) op SoortenBank.nl (gearchiveerd) (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)
- Hemelboom (Ailanthus altissima) verspreiding in Nederland, volgens NDFF Verspreidingsatlas
Voetnoten
- ↑ de Groot, C. & J. Oldenburger (september 2011) De bestrijding van invasieve uitheemse plantensoorten. Wageningen
- ↑ NVWA, Unielijst; gearchiveerd op 2 augustus 2017
- ↑ www.iasregulation.be. Geraadpleegd op juni 2021.
- ↑ Boom 2000, p. 517.
- ↑ Mitchell 1974, p. 311.
- ↑ Goudzwaard 2013, p. 51.
- ↑ (en) Ailanthus vilmoriniana Dode. The Plant List. Geraadpleegd op 7 juli 2024.
- ↑ (en) Ailanthus vilmoriniana Dode. Trees and Shrubs Online.
Bronnen
- Boom, dr. B.K. (2000). Nederlandse dendrologie : geïllustreerde handleiding bij het bepalen van de in Nederland voorkomende soorten en variëteiten en cultivars der gekweekte houtige gewassen, 13e druk, geheel herzien en bewerkt door dr. ir. J. de Koning, J.W. van der Broek, H.J. van de Laar en Ing. G. Fortgens. H. Veenman & Zonen, Ede. ISBN 90 278 1552 6.
- Goudzwaard, Leo (2013). Loofbomen in Nederland en Vlaanderen. KNNV Uitgeverij, Zeist. ISBN 978 90 5011 4325.
- Mitchell, Alan (1974). A Field Guide to the Trees of Britain and Northern Europe. Collins, London. ISBN 0 00 212035 6.