zuid

N

O

W

Z

NO

NW

ZO

ZW

NNO

NNW

ONO

OZO

ZZO

ZZW

WZW

WNW

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zuid    (hulp, bestand)
• IPA: / zœyt / (1 lettergreep)
  • (Noord-Nederland): /zœʏ̯t/
  • (Vlaanderen, Brabant): /zœːt/
  • (Limburg): /zœːd/

Woordafbreking

• zuid

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘windstreek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 918

erfwoord afkomstig van : Middelnederlands: suut Oudnederlands: sūth (1001) Germaans: *sunþera- Indo-Europees: *sH2un-téro- 'tegenover de zon'

Verwant in Germaans: West: Engels: south (Angelsaksisch: sūð), Duits: süd, (Oudhoogduits: sund), Fries: súd (Oudfries: sūth(ar)) Noord: Deens sønder 'naar het zuiden', Nynorsk sør (Oudnoords: suðr), IJslands/Faeröers: suður

Bijwoord

zuid

1. (windstreek) in de richting van de pool die op Antarctica ligt

   • De wind draaide van oost naar zuid. 

   ▸ De buurstaat Oregon daarentegen liep ik in drie weken van zuid naar noord.

Antoniemen

• noord, noorden

Verwante begrippen

• oost, west, oosten, westen

Hyponiemen

• noord-zuid

Afgeleide begrippen

standaardafleidingen: • Zuid • zuidelijk • zuiden • Zuiden • zuider (zuidenwind)

   

Zuid-Afrika Zuid-Afrikaans-Engels Zuid-Altajs Zuid-Amerika Zuid-Amerikaan Zuid-Amerikaanse Zuid-Australië Zuid-Beveland Zuid-Carolina Zuid-Dakota Zuid-Duitsland Zuid-Efate Zuid-Engeland Zuid-Europa Zuid-Europeaan Zuid-Europees Zuid-Frankrijk Zuid-Frans Zuid-Holland Zuid-Jemen Zuid-Kaukasische talen Zuid-Korea Zuid-Molukken Zuid-Molukker Zuid-Ndebele Zuid-Nederland Zuid-Polen Zuid-Slavische talen Zuid-Slavië Zuid-Soedan Zuid-Soedanees Zuid-Sotho Zuid-Sudanees Zuid-Vietnam Zuid-Vlaams Zuid-Vlaamse Zuid-Willemsvaart Zuidbroek Zuiden Zuideramstel Zuiderdiep Zuiderdriehoek Zuidereiland Zuiderhoek Zuiderhoofd Zuiderkolonie Zuiderkroon Zuiderkruis Zuiderpark Zuidertoren Zuiderwijk Zuiderwoude Zuiderzee Zuidkegel Zuidplein Zuidpool Zuidveen Zuidzee zuid-andesgrasmuizen zuid-luzonniltava zuid-parebrilvogel zuidas zuidbarge zuideiland zuideinde zuidelijk zuiden zuiderbreedte zuiderbuur zuidergrens zuiderkeerkring zuiderlicht zuiderzon zuidflank zuidgericht zuidgevel zuidgrens zuidhelling zuidhoek zuidhorn zuidingang zuidkant zuidkaper zuidkust zuidland zuidoever zuidoost zuidoosten zuidooster zuidpool zuidpoort zuidpunt zuidrand zuidspeler zuidstation zuidtak zuidtuin zuidvelde zuidvleugel zuidvrucht zuidwaarts zuidwending zuidwest zuidwesten zuidwester zuidwolde zuidzij zuidzijde zuidzuidoost zuidzuidoosten zuidzuidwest zuidzuidwesten

Vertalingen

    1.   

Duits: Süd (de) Engels: south (en) Frans: sud (fr) Oekraïens: південь (uk) m

Papiaments: zùit Russisch: юг (ru) Servisch: jug (sr) Spaans: sur (es)

Gangbaarheid

• Het woord zuid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuid" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.