levensgevoel
Uiterlijk
- le·vens·ge·voel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensgevoel | - |
verkleinwoord | - | - |
het levensgevoel o
- houding ten opzichte van het leven
- 's Zomers wijn drinken op een gezellig terrasje is onderdeel van het Bourgondische levensgevoel.
- Ook op wereldvlak liggen de gouden jaren van het linkse levensgevoel natuurlijk al een tijdje achter ons. Sinds de jaren 1980 is een kille, rechtse wind gaan waaien die maar niet gaat liggen.[1]
- Het woord levensgevoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.