fil
Uiterlijk
- fil
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
fil | le fil | fils | les fils |
fil m
- draad
- (figuurlijk) snede (van een mes of steekwapen)
- (figuurlijk) (water)stroming
- le coup de fil
het telefoongesprek, telefoontje
- au fil du temps
in de loop van de tijd
- le fil rouge
de rode draad
- ↑ fil (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .
fil
- Cyrillische transcriptie: фил.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | fil | filler |
genitief | filin | fillerin |
datief | file | fillere |
accusatief | fili | filleri |
locatief | filde | fillerde |
ablatief | filden | fillerden |
fil
Categorieën:
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 3
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Figuurlijk in het Frans
- Woorden in het Oezbeeks
- Zelfstandig naamwoord in het Oezbeeks
- Slurfdieren in het Oezbeeks
- Zoogdieren in het Oezbeeks
- Woorden in het Turks
- Zelfstandig naamwoord in het Turks
- Slurfdieren in het Turks
- Zoogdieren in het Turks
- Schaak in het Turks