negenenzestigjarig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  negenenzestigjarig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈneɣənənˌsɛstəxˌjarəx / (7 lettergrepen)

Woordafbreking

• ne·gen·en·zes·tig·ja·rig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende afleiding van  negenenzestig ht  en  jaar zn  met het achtervoegsel -ig

	stellend
onverbogen	negenenzestigjarig
verbogen	negenenzestigjarige
partitief	negenenzestigjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

negenenzestigjarig

1. 69 jaren durend

   • Gedurende dit negenenzestigjarig tijdperk heerste er vrede. 

2. met de leeftijd van 69 jaar

   • Bij de brand viel helaas een negenenzestigjarig slachtoffer. 

Schrijfwijzen

• 69-jarig

Afgeleide begrippen

•  negenenzestigjarige zn 

Gangbaarheid

• Het woord 'negenenzestigjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.