minderjarig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  minderjarig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• min·der·ja·rig

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘nog niet mondig’ voor het eerst aangetroffen in 1599
• Samenstellende afleiding van minder en jaar met het achtervoegsel -ig

	stellend
onverbogen	minderjarig
verbogen	minderjarige
partitief	minderjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

minderjarig

1. (juridisch) onder de 18 jaar, waardoor de rechten en plichten van een volwassene nog niet gelden

   • Volgens haar woordvoerder is het contract niet rechtsgeldig, omdat ze toen nog minderjarig was. 

   ▸ Het gerechtshof in Amsterdam heeft Keith Bakker woensdag in hoger beroep veroordeeld tot achttien maanden cel voor het verkrachten van een minderjarig meisje. Het OM eiste eind juni zes jaar cel en tbs met dwangverpleging, maar de straf viel fors lager uit. Volgens het hof is bewijs voor dwang in de relatie niet gevonden.

Antoniemen

• meerderjarig

Verwante begrippen

• minderjarige, minderjarigheid, volwassen

Vertalingen

    1. onder de 18 jaar, waardoor de rechten en plichten van een volwassene nog niet gelden   

Duits: minderjährig (de), unmündig (de) Engels: under age (en)

Frans: mineur (fr) Papiaments: onmòndu

Gangbaarheid

• Het woord minderjarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "minderjarig" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.