voordoend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

voordoend

  1. present participle of voordoen

Declension

[edit]
Declension of voordoend
uninflected voordoend
inflected voordoende
positive
predicative/adverbial voordoend
voordoende
indefinite m./f. sing. voordoende
n. sing. voordoend
plural voordoende
definite voordoende
partitive voordoends