toeval
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From toe- + val. Compare German Zufall.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]toeval n (plural toevallen, diminutive toevalletje n)
- accident, chance
- In september 1928 ontdekte Fleming eigenlijk bij toeval dat in de buurt van een bepaalde schimmel die per ongeluk bij een van zijn bacteriekoloniën was gekomen geen bacteriën groeiden.[1] — In September 1928 Fleming discovered, actually by serendipity, that in the neighborhood of a certain fungus that through bad luck had come into one of his bacteria colonies, no bacteria grew.
- an attack (of epilepsy)