aandenken

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch aendenken, aendencken. Equivalent to aan +‎ denken. Compare German Andenken.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈaːn.dɛŋ.kə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: aan‧den‧ken

Noun

[edit]

aandenken n (plural aandenkens, diminutive aandenkentje n)

  1. (obsolete, literally) an instance of calling to mind or remembering
    • 1765 October 14, letter in De Denker, vol. 3, page 323.
      Na deze ongelukkige galanterie gaf ik my, met een berooid hoofd en bedorven hart, aan die uitbandige plaisieren over, daar ik voorheen van walgde; ik zogt zelve die Huur-Nymphen op, waar van het enkel aandenken my dikwils hadt doen gruwen; maar met welker beschouwing myn Neef my egter allengs gemeenzaamer hadt gemaakt.
      After this unfortunate gallantry I gave myself, with penniless head and spoiled heart, over to the exuberant pleasures, which disgusted me previously; I even sought out the rent-nymphs, the recollection of which had often made me shudder; but with whose view my nephew had made me gradually more acquainted.
  2. a keepsake, object recalling a memory
  3. (obsolete) attention

Synonyms

[edit]

Verb

[edit]

aandenken

  1. (transitive, obsolete) to remember, to think about/of, to call to mind, to commemorate
    • 1782, “Tot welzyn van ‘t Vaderland”, in A la Zoutmans victorie, bevogten door de Hollanders op de Engelsche. Voorgevallen op de Doggersbank, in de Noordzee, den 5. Augustus 1781, page 29 & 30:
      4. De Koopluy ziet men nu al klagen / Als dat haar Schepen alle daagen, / Staag raaken onder de Vyand, / De Zeeman die ziet men nu treuren, /Als men ‘t aandenkt ‘t hert moet scheure /Gelyk als ons vermeld de krant.
      One can already see the merchants complain / If her ships every day / Gradually become under the enemies' control / One sees the sailor mourn / If one commemorates it the heart must tear / identical as is told to us in the papers.
    • 1783, Zamenspraak tusschen den heer A .... regent van .... in het Zuiderkwarter; den heer D .... inwooner van Alkmaar; en den Koopvaardy Schipper W .... van Texel, pages 7 and 8:
      5 Ik haal daar toe de schouders op — terwyl ik met Verontwaardiging aandenk, hoe men, alleen uit eigenbaat of laaghartigheid, het tegenwoordig geslagt benadeelt heeft.
      To that I shrug -- while I remember with outrage how, solely out for self-benefit or baseness, the present sex has been disadvantaged.

Usage notes

[edit]
  • This verb has been completely displaced by denken in combination with the preposition aan.