pijptabak
- pijp·ta·bak
- samenstelling van pijp en tabak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pijptabak | pijptabakken |
verkleinwoord | - | - |
de pijptabak m
- (gesausde) grof of halfgrof gesneden kerftabak die voor het roken in de pijp geschikt is
1.
- Het woord pijptabak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pijptabak" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be