• bruin·rood
enkelvoud meervoud
naamwoord bruinrood
verkleinwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

het bruinroodo

  1. (RAL-kleur) een kleur tussen bruin en rood met RAL-nummer 3011.
    • Heeft u die ook in het bruinrood? 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bruinrood bruinroder bruinroodst
verbogen bruinrode bruinrodere bruinroodste
partitief bruinroods bruinroders -

bruinrood

  1. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur tussen bruin en rood, met RAL-nummer 3011.
    • Hij rijdt in een bruinrode auto. 
94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be