Spaden voor zware en lichte grond
  • spa·de
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord spade spades
spaden
verkleinwoord spadetje spadetjes

[A] de spadev / m

  1. (gereedschap) brede, zware schep, bedoeld voor het spitten van grond
     De spade sneed niet door de wortels heen, zoals verwacht, maar veerde keihard terug.[6]
[B] stellend vergrotend overtreffend
onverbogen spade spader spaadst
verbogen spadere spaadste
partitief spaads spaders -

spade

  1. laat

[B] spade

  1. verbogen vorm van de stellende trap van spa
vervoeging van
spaden

spade

  1. aanvoegende wijs van spaden
94 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[7]


enkelvoud meervoud
spade spades

spade

  1. (gereedschap) spade
  2. (kaartspel) schoppen
    «The spade deck of cards.»
    De kaarten van de schoppenreeks.
vervoeging
onbepaalde wijs to  spade 
he/she/it  spades 
verleden tijd  spaded 
voltooid
deelwoord
 spaded 
onvoltooid
deelwoord
 spading 
gebiedende wijs  spade 

spade

  1. overgankelijk delven, omspaden, omspitten, spaden, spitten