• seks·wer·ker
  • Leenvertaling van Engels sex worker, ingevoerd door de Amerikaanse activiste Carol Leigh in de jaren 70 [1], samen met de benaming sex work. [2] In het Nederlands voor het eerst aangetroffen in 1984, zie vindplaats hieronder.
  • samenstelling van  seks  en  werker 
enkelvoud meervoud
naamwoord sekswerker sekswerkers
verkleinwoord sekswerkertje sekswerkertjes

de sekswerkerm

  1. (beroep) iemand die werkzaam is in de seksindustrie, bijvoorbeeld een prostituee of pornoacteur
     Sekswerkers hebben dus een maatschappelijke functie. In plaats van hun eigen beroep te minachten, omdat je je gedwongen voelt een sekswerker te zijn uit economische noodzaak om in je levensonderhoud te voorzien, moet je als een bevrijde sekswerker trots zijn op je kundigheid om genot te kunnen geven en het feit dat je je klanten van ontspannen en verzorgde erotiek kan voorzien.[3]
  1. Carol Leigh
    “Unrepentant Whore, Collected Works of Scarlot Harlot” (2004), Last Gasp, San Francisco, p. 12.
  2. Carol Leigh
    Inventing Sex Work in:
    Jill Nagle (ed.)
    Whores and Other Feminists (1997), Routledge, New York - London
  3.   Weblink bron
    Betty Paërl
    Een pleidooi voor de werkers in de seksindustrie in: De Waarheid, Amsterdam (07-07-1984), p. 4 op Delpher.nl