rekwisiet
- re·kwi·siet
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘benodigdheid’ voor het eerst aangetroffen in 1508 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rekwisiet | rekwisieten |
verkleinwoord | rekwisietje | rekwisietjes |
het rekwisiet o
- een voorwerp dat gebruikt wordt bij o.a. toneelvoorstellingen en films
- De rekwisieten waren nog niet gebracht door het bedrijf.
- Het woord rekwisiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rekwisiet" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "rekwisiet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ rekwisiet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be