ISO 639-3
glg
bestand
  • Ga·li·cisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Galicisch Galicischer
verbogen Galicische Galicischere
partitief Galicisch Galicischers -
  • Ga·li·cisch
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Galicisch - -
verkleinwoord - - -

het Galicischo

  1. geen meervoud (taal) Romaanse taal gesproken in Galicië, een Spaanse regio in het noordwesten van het Iberisch schiereiland; door velen beschouwd als een dialect van het Portugees

Galicisch

  1. betreffende Galicië, een Spaanse regio in het noordwesten van het Iberisch schiereiland
  2. betreffende het Galicisch